Hollen of stilstaan

Zo ben je na 1600 kilometer lopen bijna aan de Frans/Spaanse grens en zo ben je weer terug in Nederland omdat je pelgrimstocht vroegtijdig tot een eind is gekomen door de lockdown in Frankrijk. Met nog minder dan 1000 kilometer te gaan tot Santiago de Compostela heb ik helaas af moeten haken. Ik heb wel de intentie om het nog een keer af te maken, maar voorlopig zit dat er helaas niet in.

Eerlijk gezegd was ik er best een beetje ziek van de eerste week. Vooral toen ik in de in de Camino Facebookgroep las dat er nog steeds pelgrims binnenkwamen. Na enig onderzoek kwam ik er achter dat ik voor €10,- van Charleroi naar Biarritz zou kunnen vliegen. Een paar tientjes extra voor de bagage, ov in België naar het vliegveld is ook iets van twee tientjes, ik was al bijna het inpakken. Omdat ik ook in de verschillende groepen discussies had zien ontstaan over wel of niet doorgaan heb ik toch maar een mailtje naar het Sint Jacobsgenootschap gestuurd waar ik bij aangesloten ben. Dat raadde het mij met klem af, en daar heb ik me dan maar bij neergelegd. 

Meteen kwamen bij mij de gedachten op om dan maar weer meteen aan de slag te gaan. De oorspronkelijke afspraak met mijn baas was dat ik onbetaald verlof zou hebben tot volgend jaar. Ik woon nu tijdelijk bij mijn stiefmoeder en de gedachte hier de rest van het jaar doelloos rond te hangen sprak me niet echt aan. Maar de gedachte om meteen weer ‘fulltime in the running’ te gaan in de winkeldistributie staat me tegen. Dan maar terug naar het internationaal transport? Ook dat is niet handig in verband met het afwikkelen van de echtscheiding en de verkoop van het huis. Wil ik eigenlijk nog wel terug gaan werken in de transportsector? Eerlijk gezegd is het er in de laatste jaren niet leuker op geworden in mijn ervaring. En zo’n vetpot is het ook niet meer. Om goed te verdienen moet je veel uren maken tegenwoordig, en ik heb ook nog andere ambities dan alleen maar werken. 

Stilstaand water wordt vanzelf helder. Een mooie zenuitspraak die mij er weer eens op attendeerde terug te gaan naar de basis. Vanuit rust komen meestal de beste ideeën bovendrijven. Je kunt dan ook beter zien wat de verschillende mogelijkheden zijn waar je uit kunt  kiezen. En je staat ook meer open voor de kansen die voorbij komen. Voor ik wegging had ik maandenlang een conflict met de planner over de ritten op zondag. Hij wilde dat ik de werkweek om de week met drie ritten (totaal ongeveer 15 diensturen) zou beginnen. Omdat ik dat niet zag zitten werd het iedere keer weer touwtrekken over de zondagsrit. Dat kost enorm veel energie. Maar nu zag ik ineens een mogelijkheid. Als hij nog omhoog zit met die derde rit wil ik hem daar wel mee helpen in de periode dat ik toch onbetaald verlof zou hebben. Ik heb geld opzij gezet voor deze periode dus ik hoef niet per se te gaan werken, en met de verkoop van het huis komt er ook wat geld vrij, dus het is niet noodzakelijk om vol aan de bak te gaan. Zondagen zijn financieel gezien ook mooie uurtjes en zo helpen we elkaar uit de brand. Ondertussen ben ik gebeld door een oud-collega die me er puur toevallig op attendeerde dat ik €1000,- subsidie kan krijgen van het SOOB om bij te scholen. Met deze subsidie kan ik via ‘maak leren leuker’ toegang krijgen tot verschillende opleidingen. En zo komen de dingen ineens op je pad. 

Tijdens mijn pelgrimstocht heb ik leren vertragen en vertrouwen.  Twee termen die vaak terugkomen in de zenlessen, maar die ik nog niet echt in de praktijk bracht weet ik nu. Ik weet nu dat ik altijd te hard liep te zwoegen om mijn doelen te bereiken. Als je zo loopt te ploeteren heb je vaak geen tijd om goed om je heen te kijken, en zo loop je soms de mooiste dingen voorbij. Als je te gedreven bent om snel je doel te bereiken, dan heb je geen tijd om te genieten van de mooie dingen die op je pad komen. Het leven is geen race van de wieg naar je doodskist. Van de andere kant is het ook zo dat je niet veel verder komt als je al te lang stil blijft zitten. Dan raak je ook uitgekeken op de dingen om je heen en kom je er nooit achter wat er nog meer te ontdekken valt. Neem de tijd, je hoeft niet altijd te treuzelen, maar soms is het prima. Blijf vooral ook doorgaan met je tocht, ook al moet je soms een pauze inlassen. Als je niet doorgaat kom je nergens. 

Tegenstrijdig?  Ik denk het niet, het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Van Boeddha heb ik geleerd dat het goed is om de middenweg te bewandelen. Uit eigen ervaring heb ik geleerd dat je soms ook links of rechts van het pad moet lopen omdat er te veel modder ligt op het midden of wanneer het pad is ondergelopen. Alles draait om de aandacht en de juiste keuze op dat moment. Soms is de weg vlak en goed verhard en kun je meters maken. Soms is het een ware uitdaging en moet je iedere stap bewust zetten. Ondertussen is het de kunst om er van te genieten, ook al gaat het soms niet zoals jij dat wilt. Als het even zwaar is kun je dankbaar zijn als het achter de rug is. En hoe zwaarder het is hoe meer je leert te verdragen, waardoor je jezelf als het ware traint om onder vervelende omstandigheden toch nog gelukkig te zijn. 

Tot de volgende blog, Namasté,

Peter,

Zenchauffeur.

Transport

Bijna dertig jaar geleden stapte ik voor het eerst in een vrachtwagen om hier mijn boterhammetjes mee te verdienen. Ik had van Hare Majesteit de Koningin mijn rijbewijs gekregen als dank voor het vervullen van mijn dienstplicht. Toen ik bij bakkerij Welten in Breda begon kon ik een stuur vasthouden en gas geven. Vooral dat laatste ging goed, onder het motto gang is alles en remmen is angst vloog ik iedere morgen over de binnenwegen rond Bergen op Zoom en Tholen. Na een jaartje toch maar een keer een chauffeursdiploma gehaald want de regeltjes werden strenger. Ik heb het overigens nog nooit hoeven tonen.

Vaak hoor je mensen zeggen dat vroeger alles beter was, en dat komt volgens mij omdat ze de leuke dingen onthouden en de minder leuke dingen voor het gemak vergeten. Toen ik begon te rijden hadden we geen mobiele telefoon of navigatiesysteem. Ik, en de meeste van mijn collega’s met mij, konden geen kaart lezen, dus een nieuwe route hield in dat je maar een paar dagen met een collega moest meerijden. Als je met problemen stond onderweg moest je het zelf maar uitzoeken. Voor de rest had je veel meer vrijheid dan nu omdat niemand enig idee had waar je uithing. Ik weet nog wel dat ze een vrachtwagen enkele dagen kwijt waren omdat de chauffeur hem mee naar huis had genomen toen hij ziek was. Hij had niets gemeld en nam de telefoon niet op. De wagens waren uitgerust met een tachograaf,  maar de eerste jaren bleef de schijf er gewoon heel de week in zitten. Na een controle kregen we een waarschuwing dat we ons aan de regeltjes moesten gaan houden.

Als ik kijk naar de evolutie van het transport dan zijn er veel dingen verbeterd. Maar het is niet alleen maar vooruitgang in mijn ogen. Met alle technologie is er veel speelruimte verloren gegaan. De vrijheid is in mijn ogen enorm beperkt. Als we in die tijd ’s morgens een beetje laat waren reden we met 120 km/u richting Zeeland. Dat dit niet meer kan vind ik niet verkeerd, ik heb ondertussen in Frankrijk een aantal ongelukken gezien met vergelijkbare bakwagentjes en er blijf weinig van zo’n cabine over bij een crash. De snelheidsbegrenzer was destijds een enorme tegenvaller, toen kwam de mobiele telefoon. In het begin leuk, maar nu kon je ineens te pas en te onpas extra taken krijgen. Maar vanwege de tachograafschijven moesten we dat wel binnen de tijd doen. Langzaam maar zeker verhoogde zo de werkdruk.

Niet lang daarna ben ik internationaal gaan rijden. Dit was een hele nieuwe manier van werken. Geen mobiele telefoons, want dat was te duur in het buitenland, zelf je route bepalen met de kaart en kijk maar hoe jij je verstaanbaar maakt. Gelukkig had ik een beetje Frans en Duits op school gehad, want in Frankrijk kom je doorgaans niet ver met de Engelse taal. Met de tachograafschijven leerde je creatief omgaan door je collega’s. Nederlanders stonden destijds bekend bij de gendarmerie als zeer goede maar ook frauduleuze chauffeurs. Het was vaak een kat en muisspel om slordigheidfoutjes te vinden in je administratie. Ik heb vaak het gevoel gehad dat oom agent wel aanvoelde dat er iets niet klopte, maar het niet direct kon vinden. Een beetje babbelen in zijn moedertaal hielp dan wel eens om de agent gunstig te stemmen en niet te ver door te zoeken. Aan het eind van de maand wist je waar je het voor deed. Dikke uren werken als je van huis was maakten het de moeite waard om vrouw en kinderen achter te laten. 

Tegenwoordig is het allemaal anders. Ik kan natuurlijk alleen maar uit mijn eigen ervaring spreken, maar ik hoor meer chauffeurs klagen. Enerzijds is het allemaal makkelijker geworden door de technologische ontwikkeling. Een kind kan de was doen, schakelen, kaartlezen, taalvaardigheid,  creatief met de tachograaf omgaan, allemaal overbodig. Het respect voor de chauffeurs is in mijn ogen in hetzelfde tempo gedaald als de technologie is ontwikkeld.  Je wordt steeds meer een rijautomaat. Steeds meer verantwoordelijkheden en risico’s worden afgewenteld op de chauffeur. Als ik vroeger een boete kreeg in Frankrijk in verband met gerommel met de rijtijden dan kreeg ik die van de baas terug. Nu wordt er op de minuut af gepland en maak jij een foutje, dan betaal je de volle bak zelf. De boetes hier in Nederland zijn gewoonweg absurd.  Als je iedere dag op de weg zit,dan ligt een klein foutje vaak op de loer. Net even een beetje te hard rijden of met je trailer door donker oranje omdat je iets te laat was met afremmen en een noodstop niet handig is. 

Alles moet snel en flexibel. Vandaag 15 diensturen en morgen na 4 uurtjes werken naar huis omdat er niets te doen is. Iedere maand je uren controleren of ze wel kloppen. Omdat ik in de winkeldistributie werk heb ik met twee planningen te maken en communicatie lijkt zeer complex te zijn in dit technologische tijdperk. Door slordigheden van de magazijnmedewerkers ben ik vaak extra tijd en energie kwijt aan het laden die ik vervolgens bij twee verschillende administraties moet declareren. Ik ben het een beetje beu. De lol is eraf, eerst was het een uitdaging, nu is het een dagelijkse afknapper. En ik ben niet de enige. Ik vraag me wel eens af of het tij nog keert. Ik werk deze maand nog uit en ga dan met onbetaald verlof. Vier maanden, een half jaar, ik weet het nog niet.  Even er tussenuit, bedenken of ik dit wel wil blijven doen tot mijn pensioen.  

Ik ga te voet naar Santiago de Compostella en ik hoop tegen de tijd dat ik daar ben te weten wat ik wil. Ik heb wel het idee opgevat om mijn terugreis te regelen via deze blog. Meerijden of zelf rijden dat maakt me niet uit. Ik neem mijn rijbewijs en chauffeurskaart mee op reis en als ik ergens in december of januari klaar ben met deze tocht kijk ik wel wat er mogelijk is. Misschien dat ik collega’s tegenkom die nog wel lol in hun vak hebben en kies ik er dan voor om toch te blijven rijden. Ik vind het jammer dat ons mooie vak verpest wordt door tijdsdruk, regeltjes en weinig respect voor de chauffeur. Maar misschien is dat alleen mijn ervaring maar. 

Tot de volgende blog, 

Peter,

Zenchauffeur.

Ik vertrek

Foto: wikipedia

Het gaat al een tijdje niet echt lekker. Thuis niet, op mijn werk niet en door het hele corona gebeuren zijn mijn grootste hobby’s sporten, zen en yoga ook niet meer zoals het was. Dit zorgt voor spanning en minder kans op ontspanning. Normaal geen probleem, dan doe ik het zelf, maar doordat ik in het begin van de crisis feitelijk twee uur eerder moest beginnen dan normaal ging het na drie weken racen om de winkels te bevoorraden mis. Ik moest voor vier uur beginnen vlak nadat de klok een uur  vooruit gezet was en dat viel me zwaar. Na drie weken heb ik een weekje rust genomen, maar dat was niet genoeg, denk ik. Langzaam maar zeker voelde ik me verder wegzakken. Ik ben iemand die graag zijn werk goed doet op alle punten. Dat wordt steeds lastiger als je moe en gestrest bent. 

Maar jij bent toch zen, zeggen sommige collega’s dan. Dat klopt, één van de dingen die centraal staan in zen is aandacht. Aandacht voor wat je doet, voelt en denkt. Door jezelf als het ware te observeren kun je leren inzien wat wel of niet goed voor je is. Dingen die je niet fijn vindt, kun je leren accepteren als ze nut hebben voor jou. Kun je ze niet accepteren dan heb je twee opties:  je verandert het, of je loopt er van weg. De eerste optie heb ik lang genoeg geprobeerd, nu ga ik voor de tweede optie.

Eerder al heb ik blogs geschreven over chronische stress. Dit zorgt voor een kort lontje. Stress ontstaat niet alleen door je gedachten, het is ook zo dat een lichamelijke prikkel je in de stressmodus kan brengen. Pijn, extreme temperaturen en (te) vroeg opstaan kunnen er aan mee werken. Vaak zijn het meerdere factoren die aan de bron liggen. Voor tijdelijk is dat geen probleem, maar als het langdurig is dan ga je steeds dieper de shit in. Uiteindelijk heb ik me maar ziek gemeld. Uit gesprekken met een psychologe, iemand van de GGZ en een Arbo-arts werd duidelijk dat ik weliswaar tegen een burn-out aan liep, maar dat ze me weinig wijzer konden maken op dat punt. Ik heb me er al behoorlijk in verdiept en het enige wat nodig is, dat is rust. Wat mij betreft niet in de zin van bankhangen en Netflixen, maar rust in mijn werk. Even een goede regelmaat en niet te veel verrassingen. Dus na overleg met mijn baas ben ik na twee weken weer aan de slag gegaan. Vervolgens twee weken gewerkt en na een aanvaring met een planner weer ziek thuis. Twee weken thuis en vervolgens weer begonnen en het ging bijna meteen op alle fronten weer mis. Ik wil er mee stoppen.

Een ander onderdeel van rust is het thuisfront. Als daar alles koek en ei is, kun je wel een deukje lijden. Maar als het ook daar begint te wringen, dan gaat het bij elkaar optellen. Op een dag dat ik in mijn eigen bankje op zolder enigszins depri Netflix zat te kijk zag ik de film The Way. Het gaat over een Amerikaanse oogarts wiens zoon zijn studie opgeeft om de Camino te lopen, de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella. De eerste dag dat hij loopt, komt hij in een storm terecht en overlijdt. Toen zijn vader het lichaam kwam identificeren vertelde de agent hem dat hij zelf de route al een paar keer heeft gelopen en dat het hem veel gebracht heeft. Daarop besluit de vader dat hij zijn zoon laat cremeren en in zijn plaats, samen met de as, de Camino gaat lopen. Deze film sprak me zo aan dat ik dacht: dat ga ik doen. 

Dat weekend kwam bij mij het inzicht om alles los te laten en te gaan lopen. Het leven dat ik nu heb maakt mij niet gelukkig. Na 30 jaar hebben mijn vrouw en ik het allebei wel een beetje gezien. Toen ik het haar die maandag vertelde, zag ik iets van opluchting. Ik ben de laatste tijd niet zo’n gezellige vent natuurlijk en mijn vrouw ziet mij ook liever gelukkig. Anderzijds denk ik dat zij zonder mij ook gelukkiger is.

Ik ga lopen. Ergens tussen de twee- en tweeënhalfduizend kilometers. Geen idee hoe lang ik er precies over ga doen. Ik laat alles achter, ik regel het wel zo dat mijn vrouw en mijn twee reeds volwassen nog thuiswonende kinderen in het huis kunnen blijven wonen. En wat er straks voor mij overblijft, vind ik nu minder belangrijk. Ik kan later altijd nog een paar jaar internationaal gaan rijden. Ik hoop op mijn tocht te ontdekken wat mij gelukkig maakt.

Tot dan Namasté,

Peter,

Zenchauffeur.