De kracht van woorden kan soms erg groot zijn. Sinds de vorige blog over samenwerken heb ik in mijn nabije omgeving een aantal veranderingen waargenomen. Even collega-chauffeur van een ander transportbedrijf die ook even een handje meehelpt om het lossen voor iedereen eenvoudiger te maken. Een collega die de vrachtwagen deelt in de nacht, waarmee ik nu goed kan communiceren over aankomst en vertrektijden en aftanken. En een heftruckchauffeur op het DC die nu blijkbaar inziet dat vriendelijk vragen beter werkt dan dreigen. Het heeft voor mij het werk in ieder geval weer een stuk aangenamer gemaakt, het blijft soms hard werken, maar het is niet zwaar als het leuk is.
Helaas gaat het niet bij iedereen zo lekker. De ene collega komt briesend binnen, vuur in zijn ogen en stoom uit zijn oren omdat het niet gaat zoals hij wil. Een andere collega is zo aan het klagen dat hij niet eens hoort wat je zegt, maar gewoon doorgaat met zijn klaagserenade, en weer een andere collega loopt zich te beklagen bij iedereen (die het wel of niet wil horen) over zijn eigen collega’s. Natuurlijk mopperen we allemaal wel eens een keer. Iedereen moet wel eens stoom afblazen als de dingen even niet gaan zoals hij wil. En ik begrijp dat veel mensen soms zo in hun verhaal zitten dat ze niet horen wat de andere erop zegt. Wat ik heb geleerd is dat het een goed begin is om je er bewust van te zijn, naar jezelf te kunnen kijken en te denken: ben je weer bezig? Ik ben ook steeds meer gaan beseffen wat een impact zulk gedrag heeft op het samenwerken, en zelfs op de hele samenleving. Ik hoor soms wel eens zeggen, klagen hoort bij onze cultuur en dat heb ik ook altijd gedacht. Nu denk ik dat het misschien wel zo is, maar of we daar nu aan vast moeten houden is maar de vraag.
Klagen maakt meer kapot dan je lief is.
Waarom klagen we eigenlijk? Mensen klagen bijvoorbeeld over het weer, het is te koud, het is te warm, het is te droog, het is te nat, het is eigenlijk nooit goed. Het is zelfs zo ingeburgerd dat op het moment dat het gewoon goed gaat, op de vraag: hoe gaat het? vVaak wordt geantwoord: ik mag niet klagen. Alsof het tegenvalt dat er niet geklaagd kan worden. Op de emballage-afdeling werkt een sympathieke Portugees die meestal antwoord op de vraag: hoe gaat het? Door te zeggen: ‘normaal’…. ‘is oké’. In Frankrijk antwoorden ze vaak op de vraag ‘comment ça va?’ met de woorden ‘ça va’. Wat zoveel betekent als ‘hoe gaat het’?/ ‘het gaat’. Als je hier in Nederland antwoord met ‘het gaat’ krijg je vaak de vraag wat er aan de hand is. Het gaat goed of het gaat niet goed, gewoon ‘oké’ kennen we eigenlijk niet echt volgens mij. ‘Het gaat zijn gangetje’ komt nog het meest in de buurt denk ik. Geluk is tevreden zijn met wat is, heb ik geleerd. Dat wil niet zeggen dat alles gaat zoals je wilt, maar dat het goed is zoals het gaat. Maar vaak willen we alles onder controle hebben, we leggen de lat hoog en hebben daardoor weinig speling. Dit is niet altijd uit vrije keuze want vaak wordt de lat voor ons hoog gelegd en worden we uitgedaagd om op die manier maximaal te presteren. Een lichte mate van stress is gezond, adrenaline zet het systeem op scherp, en zo kun je optimaal functioneren. En het kan altijd beter. Maar met te veel stress gaan de prestaties er vaak keihard op achteruit. Je maakt fouten, raakt geïrriteerd, voelt je vaak opgejaagd. Je legt vaak eerst de schuld bij jezelf, dan bij de situatie, of bij de ander. Voor je het weet heeft alles en iedereen het gedaan. De ene gedachten na de andere komt in je op: Ik wil dit niet, het ligt niet aan mij, als die ander nu eens beter zijn best deed, ik heb niet het goede materiaal, wie spreekt dat dan ook zo af, allemaal gedachten die je niet helpen. Vaak werkt het beter om even een stapje terug te doen, dat kan door een rustmomentje, dat kan door meditatie, maar ook met humor kun je vaak de spanning wegnemen waardoor je beter kan relativeren. Soms moet iemand stoom afblazen, even zijn verhaal kwijt, maar dat is niet altijd even prettig voor de werksfeer.
Onlangs stond ik samen met een collega te lossen die stuiterde van de negatieve energie. Hij vond het niet normaal, en het nergens op slaan, en hij was er helemaal klaar mee. Ik heb hem even helpen lossen en ondertussen zijn verhaal laten doen, en gaandeweg kwam hij zelf tot de conclusie dat het eigenlijk nergens over ging. Ik attendeerde hem erop dat dit gedrag niet echt bevorderlijk is voor zijn gezondheid. Hij is al een paar keer naar het ziekenhuis geweest voor zijn hart, en zou zich beter niet zo druk maken. Hij vertelde me dat hij dat wel weet, maar dat het toch regelmatig misgaat. Als tip heb ik hem meegegeven eens goed naar zijn gedachten te kijken. Het moment dat je begrijpt dat jij niet je gedachten bent, maar dat je gedachten hebt, en dat je de keuze hebt om hier wel of niet in mee te gaan, dan ben je al een heel eind op de goede weg. Gedachten komen en gedachten gaan, door ze te observeren kun je leren te zien welke gedachten je helpen en welke niet. Stel jezelf eens regelmatig de vragen: is dat zo? Is het waar wat ik denk, helpt dit, lost dit iets op? Een yogalerares zei eens tegen mij: Als je op het treinstation staat en je moet naar het zuiden, en de trein naar het noorden komt langs, stap je dan op die trein?
Soms vreten de negatieve gedachten aan de eigenwaarde van de denker. Dit is het begin van een negatieve spiraal. Iemand maakt fouten, bekritiseert zichzelf, wordt onzeker, wil weer controle hebben, gaat de schuld buiten zichzelf zoeken, en dan heeft alles en iedereen er schuld aan dat hij of zij zich niet goed voelt. Men gaat dan vaak erg kritisch naar anderen kijken om zo zichzelf minder slecht te voelen. Wat dan vaak niet gezien wordt is dat juist dit gedrag veel weerstand opwekt bij de mensen in hun omgeving . In plaats van dat ze hulp krijgen worden ze vaak vermeden en in het slechtste geval zelfs tegengewerkt. Zelf heb ik jarenlang in dat cirkeltje rondgedraaid. Ik deed echt mijn best om mijn werk goed te doen, ik eiste te veel van mezelf, en mijn baas eiste daardoor ook veel van mij. Dit leidde regelmatig tot veel frustratie. Ik had veel overgewicht, een hoge bloeddruk, een hoog cholesterol, en ik had regelmatig last van benauwdheid. Ik had een zeer kort lontje wat er een paar keer bijna toe geleid heeft dat mijn huwelijk op de klippen liep omdat mijn vrouw van alles verkeerd deed in mijn ogen. Gelukkig heb ik er anders mee om leren gaan. Regelmatig sporten en mediteren helpen mij om de opgebouwde adrenaline kwijt te raken. Meer inzicht in mijn denkpatroon helpt me te kiezen welke gedachten ik aandacht wil geven en welke niet. Ik heb ook geleerd om duidelijker mijn grenzen te bewaken en aan te geven wanneer het emmertje vol begint te raken. Ik doof de lont nu lang voor de explosie.
Regelmatig kritisch naar je eigen gedrag kijken (zonder oordeel over wat je presteert) kan je een inzicht geven in wat voor collega je bent. Je werkt om te leven en je leeft niet om te werken, maar werken neemt toch een groot gedeelte van je leven in beslag, dus kan maar beter leuk zijn. En werken in een chagrijnige omgeving vindt niemand echt prettig toch? Fouten maakt iedereen, controle is een illusie, en gedrag is een keuze. Al is dat laatste niet altijd bij iedereen even bewust.
Tot de volgende blog, werkze, en #doeslief tegen je collega’s
Peter,
Zenchauffeur.