Vorige week was een bijzondere week voor mij. Ik had twee belangrijke activiteiten op de agenda staan die invloed kunnen hebben op mijn toekomst. De eerste activiteit was lesgeven voor code 95, de andere was praten over de mogelijkheid om een code 95-cursus te ontwikkelen die elementen van zen/mindfulness gebruikt om chauffeurs handvatten te geven om nog bewuster en aandachtiger aan het verkeer deel te nemen. Niet dat ik het idee heb dat de meeste vrachtwagenchauffeurs zitten te suffen achter het stuur of maar achteloos rondrijden, maar ik vind dat we als beroepsgroep een voorbeeldfunctie hebben op de weg. Ik denk dat iedereen het met me eens is dat het er op het moment veel dingen niet echt lekker lopen in het verkeer. Het is op sommige momenten echt een worsteling om bepaalde trajecten af te leggen vanwege allerlei obstakels die er voor moeten zorgen dat er niet te hard gereden wordt, of dat er bijvoorbeeld voorrang verleend wordt wanneer dat verwacht wordt. En desondanks zijn er nog steeds mensen die vinden dat ze meer recht op voorrang hebben dan een ander. In een ideale maatschappij zouden al die maatregelen niet nodig zijn, maar op het moment is het in mijn ogen verre van ideaal.
Enkele maanden geleden werd ik benaderd door Matthijs van Goudappel Coffeng die bij toeval de foto van TON magazine was tegengekomen waarop ik in lotushouding voor de vrachtwagen zit. Matthijs is adviseur gedragsverandering in verkeer en mobiliteit, en vroeg me of ik een keer met hem wilde praten over mijn ervaring met zen of mindfulness in mijn werk. Het werd een mooi telefoongesprek dat volgens mij twee uur duurde. Goudappel Coffeng onderzoekt in opdracht van de regionale overheid of er een andere manier is om de verkeersveiligheid te waarborgen dan het gebruik van allerlei vertragende middelen als rotondes, drempels en stoplichten. Vorige week donderdag was ik in Arnhem uitgenodigd om samen met een aantal specialisten te gaan brainstormen over de mogelijkheden om een cursus samen te stellen en de effecten ervan te meten. Het is een wetenschappelijk project en het moet dus van alle kanten geanalyseerd kunnen worden en er moet bewijs uitkomen dat het een verandering teweeg heeft gebracht. De moeilijkheid is vooral, hoe ga je het resultaat meten?
Vorige week dinsdag heb ik voor het eerst een uurtje voor de klas gestaan. Ik mocht een deeltje uitleggen van de cursus communicatieve vaardigheden, die ik zelf al gevolgd heb. Ik ben er wel achter gekomen dat ik nog veel kan leren. Het is een beetje als met een spreekbeurt vroeger op school, van tevoren weet je precies wat je moet zeggen, maar als je voor de klas staat is het anders. Oefening baart kunst zegt men, dus gewoon blijven doen. Tijdens deze cursus besefte ik vooral dat waar het vaak misgaat met communicatie, het de ruis is. Je hebt externe ruis, bijvoorbeeld harde geluiden, haperende communicatiemiddelen, of andere afleidingen. Interne ruis zijn bijvoorbeeld je gedachten over iets, je gevoel en het beeld dat je ergens van hebt. Wat me opgevallen is bij beide activiteiten is dat er vaak een misvatting ontstaat door het beeld wat iemand van de ander heeft. Zonder al te diep in te gaan op de details ben ik de afgelopen dagen indirect getypecast als een softie en als alpha mannetje. Wat een ander van mij denkt vind ik niet zo belangrijk, maar de combinatie van deze twee vind ik wel erg grappig. Ik denk dat er in iedereen wel een deel van het één en een deel van het ander zit. Het beeld wat een ander van jou heeft is vaak ook wel de oorzaak van de manier waarop hij op jou reageert.
En dáár is volgens mij veel winst te behalen op het gebied van verkeersveiligheid. Dat klinkt misschien raar, maar mensen zien niet de persoon die achter het stuur van de vrachtwagen zit, maar het beeld dat ze van een vrachtwagenchauffeur hebben. Alles wat dat plaatje bevestigd, wordt gezien, alles wat niet in dat plaatje past ontgaat ze. De grote kunst is dus om dat plaatje te veranderen. Bijvoorbeeld ten tijde van de film Convoy was iedereen ineens fan van vrachtwagenchauffeurs, en men had ineens respect voor de manier hoe chauffeurs zich een weg moeten banen in allerlei moeilijke omstandigheden. Ik denk dat veel chauffeurs het gevoel herkennen als men de armbeweging maakt om de luchthoorn te bedienen zoals in de film.
Nu valt het niet mee om het beeld dat een ander in zijn hoofd heeft te veranderen. Het beeld dat je zelf in je hoofd hebt van de ander kun je veel makkelijker aanpassen. Als je beseft dat het beeld, of de gedachten die je hebt over je medeweggebruikers, jou sturen in je reactie op hun acties, dan zou je ervoor kunnen kiezen om hier heel bewust mee om te gaan. Als je bijvoorbeeld denkt, die klootzak gaat me afsnijden, dan reageer je heel anders dan als je denkt, hij heeft misschien wel haast om een belangrijke reden, laat hem maar even voorgaan. Dat die reden jou niet duidelijk is maakt in dit geval niet uit. Als die reden namelijk niet geldig is, dan is het aan oom agent om deze chauffeur daar op aan te spreken. Door met compassie naar de perikelen van andere automobilisten te kijken, er misschien wel eens om te lachen, vooral op te blijven letten, en het goede voorbeeld te blijven geven, kun je zowel jouw beeld van de ander als het beeld dat de ander van jou als beroepschauffeur heeft ten positieve beïnvloeden.
Tot de volgende blog en laat je van je goede kant zien,
Succes,
Peter,
Zenchauffeur.