Opgebrand, alleen de as blijft over, nutteloos, waardeloos, nergens goed voor, zo voelen veel mensen zich na een burn-out. Maar is dat zo? Vroeger noemde men het overspannen, de snaar staat dan te strak gespannen, de rek gaat er uit en als je niet oppast breekt de snaar en dan kun je er weinig meer mee. Ik denk dat je het goed kuntvergelijken met het rijden in de bergen. Als je met een zware vracht de bergen in gaat is het stijgen niet het probleem, ofwel je hebt voldoende pk’s en je komt boven of hij trekt het niet en je valt stil. Als je wagen het niet trekt dan kan er een takelwagen met meer vermogen helpen om de berg op te komen. Afdalen is veel gevaarlijker, als je de afdaling niet juist inschat of niet voldoende vertraagt ga je vaak ongemerkt steeds sneller. Het wordt steeds moeilijker om af te remmen, met een beetje pech verglazen je remmen of lopen ze zo warm dat ze verbranden en dan heb je een vet probleem. Als je onderaan weer een helling op moet is het niet zo’n ramp, maar liggen er bochten of kom je bijvoorbeeld in een dorp terecht dan is het leed niet te overzien. De beste optie is dan vaak om maar een grindbak of iets dergelijks in te rijden. Als je op die manier crasht dan is de schade meestal beperkt.
Van alle fouten kun je leren en vaak moet het eerst goed fout gaan voor je door hebt wat er nu eigenlijk mis is. Zoals in de Griekse mythologie de Feniks herrijst uit de vlammen kun je vaak goed herstellen na een burn-out. Als je dan weer voor 110% aan de slag wilt gaan heb je er niets van geleerd en is de kans groot dat je binnen no-time weer crasht, vaak met meer schade tot gevolg. Op tijd aangeven dat het te veel is en gewoon nee zeggen is niet zo makkelijk als het zou moeten zijn. In de transportwereld heerst nog steeds een macho cultuur en zeggen dat het te zwaar is wordt gezien als een teken van zwakte. In mijn ogen is het juist kracht die jou je eigen grenzen laat bepalen. Vaak wordt er door de planning druk op chauffeurs gezet omdat ze hun eigen zaken niet op orde hebben. Ze durven zelf geen nee te zeggen tegen opdrachtgevers en de marges zijn te krap omdat ze niet de juiste prijs durven te vragen (angst die volgens mij voortgekomen is uit de crisis). Op die manier proberen ze hun probleem het probleem van de chauffeur te maken en zolang het goed gaat komen ze er mee weg. Het grote verschil is dat op het moment dat het echt mis gaat, de chauffeur zichzelf te barsten rijdt, en dat dan voor de planner het enige probleem is dat hij de opdrachtgever moet bellen dat de vracht niet, of niet op tijd op zijn bestemming aan komt.
Een veertigurige werkweek vinden veel kantoorpiepeltjes al te zwaar, maar de meeste chauffeurs gaan hier halverwege de week al overheen. Het ligt niet alleen aan de transporteurs dat de situatie zo is, de internationale (oneerlijke) concurrentie maakt het haast onmogelijk om chauffeurs na veertig uur naar huis te sturen met een salaris waarmee je in Nederland een gezin van kunt onderhouden. Veel chauffeurs werken ook graag wat extra uurtjes, delen niet graag een auto en de ritten zijn vaak niet efficiënt in te delen als een chauffeur na acht uurtjes van de bok zou willen stappen. Ik denk ook niet dat er veel werkgevers en werknemers in de transportsector zitten te wachten op nog meer regeltjes omtrent rij- en rusttijden en de arbeidsduur. Net zoals met het maximaal beladen van de voertuigen is het dus voor iedereen interessant om de chauffeur zo optimaal mogelijk in te zetten. Te weinig werkdruk maakt het werk saai en op die manier voelt de chauffeur zich vaak ook niet prettig. Maar anders danbij de voertuigen wordt er niet vaak gekeken of de belasting geen schade veroorzaakt aan de onderdelen. Bij de meeste bedrijven loopt er wel een monteur rond die kijkt of de voertuigen in orde zijn en die actie onderneemt als een chauffeur een mankementje meldt. Maar als de chauffeur zelf iets mankeert wordt dit vaak gebagatelliseerd en moet hij maar zien of er ergens in de nabije toekomst een gaatje is wanneer hij naar de dokter, tandarts of fysiotherapeut kan. In mijn ogen zou het goed zijn als er bij ieder bedrijf iemand (parttime) in dienst is die de chauffeur regelmatig spreekt en zo een vinger aan de pols houdt. Op die manier kan er op tijd gesignaleerd worden wanneer een chauffeur en beetje te veel hooi op zijn vork heeft, en kan verkeerde of overbelasting op zowel fysiek als mentaal vlak makkelijker bespreekbaar gemaakt worden bij de chauffeur of bij de planning en de werkgever. De informatie die deze persoon op deze manier verzameld kan veel ziekteverzuim, ongelukken en schades helpen voorkomen en het kan er voor zorgen dat iedereen meer werkgeluk ervaart.
Tot de volgende blog en veel werkgeluk toegewenst,
Peter,
Zenchauffeur.
Hartstikke goed geschreven; groetjes, Claudia
LikeLike