Vorige week hoorde ik via onze Facebookgroep dat een collega is overleden. Via via hoorde ik dat deze collega van 49 jaar aan een hartaanval is gestorven. Paul heb ik wel eens in de wandelgangen ontmoet, maar ik kende hem verder niet zo goed. Hij was een jaartje jonger dan ik en ook vader van drie kinderen. Dat zette me toch weer aan het denken.
Al die tijd ben je dag en nacht onderweg om voor je gezin te zorgen en dan ineens is het over. Hoe moeilijk moet dit zijn voor de nabestaanden.
Iedereen gaat op een zeker moment dood, dat is de enige zekerheid in je leven. Ergens heb ik gelezen dat de Dalai Lama iedere morgen de vijf contemplaties van de Boeddha reciteert:
* Het is mijn natuur oud te worden. Er is geen weg om aan oud worden te ontsnappen.
* Het is mijn natuur ziek te worden. Er is geen weg om aan ziek worden te ontsnappen.
* Het is mijn natuur te sterven. Er is geen weg om aan de dood te ontsnappen.
* Alles wat voor mij waarde heeft en iedereen die ik liefheb verandert van nature. Ik zal van alles gescheiden worden, daaraan kan ik niet ontkomen.
* Mijn enige bezit is de uitwerking van mijn daden op lichaam, woord en geest.
De dood beangstigd mij niet, ziek worden wel. De dood is moeilijker voor de nabestaanden dan voor de persoon zelf. De weg naar de dood kan beangstigend zijn, een plotse dood is voor de persoon in kwestie volgens mij dus alleen maar een zege. Wat er na het overlijden gebeurt en wat je dan voelt of denkt is niet iets waar ik me echt mee bezig houd. Hoe om te gaan met een dergelijk verlies is voor iedereen anders, denk ik. Ik heb anderhalf jaar geleden mijn vader af moeten geven door kanker in zijn lever . Hij vond zelf dat hij een volwaardig leven had geleid en was nog graag wat langer gebleven, maar het mocht niet zo zijn. Deze houding heeft het voor mij en mijn familie een stuk gemakkelijker gemaakt het te accepteren. Hij heeft afscheid kunnen nemen van zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen.
Hoe het met Paul precies is gegaan is weet ik niet, maar ik neem aan dat een rustig afscheid er niet bij was. Dit maakt het volgens mij erg moeilijk voor zijn familie om te accepteren dat hij er niet meer is. Ik wens daarom zijn vrouw, kinderen en de rest van zijn familie en vrienden enorm veel sterkte in de komende tijd.
Gezondheid is een groot goed. In ons beroep is het vaak moeilijk om gezond te leven. Onder andere de onregelmatigheid, stress, gejaagdheid en niet altijd gezonde voeding zorgen ervoor dat menig collega niet in een optimale gezondheid verkeert. Voor mij was dit ook jaren de juiste brandstof: koffie, zware shag, vette hap en ’s avonds voldoende alcohol om de motor tot rust te brengen. Met roken ben ik gelukkig al ruim 15 jaar gestopt. Ik probeer door regelmatig te sporten mijn conditie een stukje te verbeteren; die was zo bar slecht dat ik soms even op de bedrand op adem moest komen als ik iets te snel de trap op was gelopen. Ondanks mijn astma lukt het me toch regelmatig om vijf kilometer binnen het half uur te lopen.
Bij mijn eerste jaarlijkse longfunctietest kreeg ik te horen dat ik obesitas had en een tikje te hoge bloeddruk. Of ik de volgende keer maar even van tevoren bloed kon laten prikken. Ik woog op dat moment 118 kilo, er was al twee kilo af, dus de boodschap dat ik 23 kilo te zwaar was kwam hard aan. Dat mijn bloeddruk wat aan de hoge kant was wist ik al van de bloedbank waar ik bloedplasmadonor was. die zeiden dat het niet echt verontrustend was, maar ik besloot er toch wat aan te gaan doen. Na een paar frustrerende weken met shakes besloot ik dat dit niet de weg was. Ik heb mijn vader jarenlang zien jojo-en met crashdieëten en dat zag ik niet zo zitten. Een structurele verandering in mijn eet- en drinkpatroon leek me de beste optie. De grootste boosdoener in ons voedingspatroon is volgens mij suiker. Daar ben ik dus maar mee gestopt. Geen frisdrank, geen snoep, geen ijsjes meer, wortelen in plaats van snickers als tussendoortje. Na een jaar stabiel vijf kilo lichter. Helemaal trots op mezelf naar de volgende longfunctietest.
Cholesterol te hoog, bloeddruk te hoog, misschien maar eens wat pilletjes gaan slikken? Nou. dat dacht ik niet. Eerst maar eens zo proberen door middel van een beter leefpatroon. Minder vet, meer groente, decafé, minder zout, geen kant en klaar maaltijden meer en voldoende fruit. In het begin knoflook- en visoliecapsules, die heb ik nu vervangen door onderweg dagelijks voor het eten een teentje knoflook door te slikken en regelmatig een gerookte makreel te eten bij het brood. Resultaat, nog twee kilo er af, bloeddruk omlaag en mijn cholesterol op een goed niveau. Maar dit was niet voldoende volgens de doktersassistente. Mijn goede cholesterol was nu wat hoog, dat zou misschien ook wel eens niet zo goed kunnen zijn, en mijn bloeddruk viel net binnen de norm, maar over een paar jaar zou het toch te hoog zijn. Op dat moment haakte ik af. Bijna depressief van het mezelf druk maken over mijn gezondheid besloot ik mezelf eens in de materie te verdiepen.
Het is echt bijzonder vreemd om te zien hoeveel tegenstrijdigheden er in de hedendaagse gezondheidszorg zijn. Decennia lang is er geroepen dat vet de grootste dikmaker is. Dat lijkt logisch, maar zonder koolhydraten kan je lichaam niets met dat vet. De combinatie vet en koolhydraten is het probleem. Een collega van mij heeft een dieet gedaan waarbij je alleen vet eet en geen koolhydraten. Vet zorgt voor een verzadigd gevoel, maar het heeft geen voedingswaarde zonder koolhydraten. Het is als buskruit zonder vuur, en het lichaam kan er niets mee, dus het gaat er net zo snel weer uit als het er in komt. Ik weet niet of dit een goede optie is voor iedereen, het stelt je lichaam nogal op de proef. Je hongert het als het ware uit door het voor de gek te houden. Maar wat ik daardoor geleerd heb, is dat we andersom duidelijk hetzelfde doen. Een goede zenvriendin en yoga lerares die ook heel veel over natuurlijke voeding weet, vertelde me laatst dat de natuur een eigen systeem heeft om voor ons (mens en dier) te zorgen. Tegen het eind van de zomer rijpen er steeds meer zoete vruchten en gewassen. Door die te eten worden we hongeriger (dat komt door de suikers) en gaan we op zoek naar meer verzadigend eten, en dat is vet. Dit vet hielp ons van nature door de winter, maar nu heeft het geen functie meer. We hebben een voorraad brandhout, maar we hoeven de haard niet aan te steken omdat we centrale verwarming hebben.
Stress is ook een belangrijke factor in onze gezondheid. Zoals ik al in eerdere blogs heb beschreven zet stress je lichaam op maximaal vermogen. Het voelt vaak goed, je kunt de hele wereld aan, je bent snel, scherp en niemand die je tegenhoudt. In ons vak als chauffeur komt dat goed van pas. Als chauffeur ga je eigenlijk altijd op vol vermogen. De vrachtwagens zijn begrensd, maar de mensen achter het stuur niet. Daar kan dus druk op gezet worden. Daar zit de winst voor de baas. En die druk is iets waar iedereen anders mee omgaat.
Sommigen hebben van nature zoiets kalms en maken zich niet druk. Sommigen maken zich overal druk over, maar in werkelijkheid boeit het ze niet, ze maken alleen graag een hoop bombarie, zodat iedereen denkt dat ze zoveel werk verzetten. Sommigen trekken het zich aan, gaan er in mee, proberen 110% te geven omdat ze denken dat ze er wat toe doen. Maar als je te veel druk op een ketel zet, dan vindt die druk vaak een zwak plekje, en daar gaat het dan mis. Soms helpt het om op tijd stoom af te blazen. Maar als je niet oppast wordt dat je zwakke plek. Die stoom afblazen kan op verschillende manieren, en ik heb er zelf ook al veel geprobeerd. Roken, snoepen, (soft)drugs, te veel eten en te veel alcohol zijn zo van die uitlaatkleppen die je gezondheid ondermijnen. Agressie, roekeloos gedrag en een negatieve houding zijn slecht voor jezelf en ook voor je omgeving.
Maandag wordt Paul Neerbos begraven. Hij wil dan graag in een besloten kring begraven worden. Ik kende Paul persoonlijk niet zo, maar ik denk wel dat hij ook zo iemand was die zichzelf voor 110 % gaf, en misschien is dat hem uiteindelijk noodlottig geworden. Misschien moest het gewoon zo zijn, misschien heeft de natuur zo beslist, ik weet het ook niet. Hij laat een liefdevolle vrouw en drie kinderen achter. Dat zijn vrouw liefdevol is weet ik omdat ze graag aan de (geheime) groep van collega’s toegevoegd wilde worden om te weten wat die over het overlijden van Paul te vertellen hebben. Ze riskeert daarmee een hoop roddel enachterklap te horen, maar gelukkig heb ik een enorm fijne groep collega’s die daar niet zo mee bezig zijn. Niets dan respect voor deze collega die te vroeg is heen gegaan. Of hij nu ergens op een wolk zit te kijken wat wij allemaal aan het prutsen zijn of dat hij misschien binnenkort reïncarneert als een hoger of lager wezen of gewoon in het niets verdwijnt, doet volgens mij niet ter zake. Hoe zijn dierbaren hem zich herinneren is volgens mij het belangrijkste. Uiteindelijk is dat wat er in het hier en nu van je overblijft.
De herinnering van je dierbaren.